Haarlem in de jaren vijftig: ten tijde van de economische malaise wordt de walvisvaart nieuw leven ingeblazen, als oplossing voor het voedseltekort en het tekort aan oliën na de Tweede Wereldoorlog.
Tijdens de piekjaren wordt Jan Wassenberg de held van de walvisvaart. ‘De kleine’ klimt op van eenvoudige volksjongen, die van kinds af aan verlangde naar de zee, tot de grootste reiziger van de buurt. In het café glorieert hij met zijn schippersverhalen. Ook voor Jans jonge dochter Tanja draait alles om water; van het leren fileren van verse vis, tot samen met haar vader gaan vissen, tot een dagje naar de visafslag in IJmuiden.