Hoewel het kapitalisme een slechte reputatie heeft, is het een systeem van vrijwillige samenwerking en ruil. Het geeft ondernemers het recht om consumenten op de beste, goedkoopste en klantvriendelijkste wijze te bedienen, waardoor het welzijn van gewone mensen continu en spectaculair stijgt. De wetenschappelijke argumenten tegen het kapitalisme (marktfalen, collectieve goederen, vraaguitval, ongelijkheid, etc.), zoals aangehaald door beroemde economen als Marx, Keynes en Piketty, blijken bij nadere beschouwing discutabel, eenzijdig en/of politiek gemotiveerd. Veelal gaat het om gelegenheidsargumenten van een bestuurlijke klasse die graag zelf aan de knoppen draait.