Bij aankomst in Bandoeng ging mama direct naar het Borromeus ziekenhuis. Zij kwam in de spierwitte wereld van dokters en zusters. Een mama, zo vanzelfsprekend, lag slap en wit in bed. Fluisterende zusters liepen zacht heen en weer op de brandschone vloeren. Ze namen een vreemde geur mee die zich verspreidde via de overdekte gangen, die dwars door de tuin naar de verschillende afdelingen liepen. In hun handen bladen beladen met flesjes en doosjes. Zwevende zwanen, spiegelend op glanzende, stille tegelvloeren.