Op 22 juni 1941, om tien over halfvier ’s ochtends, gaat Operatie Barbarossa van start. 3,5 miljoen Duitse soldaten gaan op weg naar het oosten, waar 4,7 miljoen Sovjetsoldaten hen opwachten.
Hitler verwacht dat zijn troepen voor het einde van het jaar aan de Wolga zullen staan en dat belangrijke steden als Moskou en Leningrad ingenomen worden. De Duitse troepen boeken weliswaar indrukwekkende terreinwinst, maar lopen zich stuk op taai verzet van de Sovjets. Ze worden uiteindelijk vernietigend verslagen.
In dit boek wordt deze titanenstrijd uitvoerig geanalyseerd, onder meer aan de hand van de getuigenverslagen van Wehrmacht generaal Raus, maar ook die van gewone soldaten en burgers.