Description
In 1959 organiseerde het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap (KNAG) in samenwerking met o.a. het Rijksherbarium te Leiden een multidisciplinaire expeditie (Geologie, Antropologie, Taalkunde, Zoölogie en Botanie) een bijzondere expeditie naar het Sterrengebergte in het Centrale Bergland van het toenmalige Nederlands Nieuw-Guinea. Dit gebied was het laatste stukje Nederlands Nieuw-Guinea dat nog niet onder Nederlands bestuur was gebracht. Er was vrijwel niets bekend over het gebied. Men wist zelfs niet of er wel mensen woonden. De auteur maakte deze even avontuurlijke als historische expeditie mee als mossendeskundige.
In dit bijzondere boek worden zijn persoonlijke belevenissen en indrukken in de vorm van een dagboek weergegeven. Dit boek laat zich lezen als een belangrijke aanvulling op het werk van Dr. L.D. Brongerma en Overste G.F. Venema, Het Witte Hart van Nieuw-Guinea over hetzelfde thema. Dit is het verslag van een spannende expeditie, waarbij het team de beschikking had over twee helikopters, waarvan er één tijdens de expeditie verongelukte. Hierdoor moest men terugvallen op Papua dragers, op Papua lopers en moest het expeditie team rooksignalen afgeven om te laten zien waar ze zich bevonden. Op deze manier maakte de moderne wereld kennis met de plaatselijke bevolking die nog in het stenentijdperk leefde. De Papua’s bleken uiterst vriendelijke en behulpzame mensen te zijn.
Auteur: B.O van Zanten
Reviews
There are no reviews yet.