De victoriaanse detective Mary Copeland wordt door haar oom en tante in het Londen van de late negentiende eeuw opgevoed en ontwikkelt zich tot een detective van allure, die in opdracht werkt van Scotland Yard. Als vrouw is het echter vrijwel onmogelijk om een maatschappelijke functie te vervullen en dus moet ze haar werk in de anonimiteit doen. Ze wordt daarbij geholpen door medewerkers van Scotland Yard, waarmee ze na verloop van tijd een geheim team vormt.
In de verhalen, die zich afspelen vanaf 1888, komen veel kunstschilders voor uit de Prerafaëlitische Broederschap. De titels van de vier verhalen zijn ontleend aan schilderijen uit die tijd. Swiers weet op indrukwekkende wijze het Londen van die tijd neer te zetten, net na The Ripper Murders en voor The London Dock Strike.