Een stokoude man wacht tijdens de Franse Revolutie op zijn executie. Hij blikt terug op zijn leven vanuit zijn Parijse cel:
Ergens op een bergpas die van Italië naar Frankrijk loopt, reist een jongeman naar huis. Het is de componist Jean-Philippe Rameau (1683-1764). Niemand vermoedt op dat moment – ook hijzelf niet – dat hij later zal worden herinnerd als een van de meest bepalende kunstenaars van zijn tijd. De ontmoeting met een kleine jongen die vlierhouten fluitjes maakt en er de wijde natuur mee intrekt, verandert echter alles.