Op een herfstachtige dag wordt Henri Pafort door zijn vader naar het seminarie gebracht. Hij is 13 jaar oud en als de achterlichten van de oude Peugeot van zijn vader in het duister verdwijnen, zeult Henri zijn koffer met bezittingen het gebouw van de priesteropleiding binnen. Zoals de velen die hem voorgingen, weet hij niet wat hem te wachten staat. Heimwee belaagt hem, het leven dat volledig in dienst van God staat, stelt hoge eisen.