Dian en Ibrahim zijn gelukkig getrouwd, maar een sluimerende onvervulde kinderwens zet hun relatie onder druk. Ibrahim, een adoptiekind dat zich Bram laat noemen worstelt met zijn vruchtbaarheidsstoornis. Door haar katholieke opvoeding is Dian ervan overtuigd dat kinderen baren het wonder van een vrouwenlichaam is, daartoe is ze voorbestemd. Tijdens een reis naar Rome gaat ze over tot een impulsieve daad die ook grote gevolgen heeft voor hun meereizende vrienden, Nora en Peter. Terwijl Bram steeds meer antwoorden op confronterende vragen krijgt, vecht Dian voor haar leven.