In ‘Brieven aan Haar’ worden amoureuze gewaarwordingen, die een hoogromantische dichter schrijft voor diens geliefde, opgetekend. De dichter vergezelt de lezer naar een queeste en hoopt op rijkelijke vondsten zoals liefde, voorspoed en hoop. Tijdens zijn tocht bevindt hij zichzelf in de hoogste rang van verlangen of onrust. De 19e-eeuwse liefdenaar tracht zijn zielenroerselen onder woorden te brengen in deze archaïsche minnebrieven.