Daniël groeit op in een chic kustdorp. Het is drie jaar na de val van de muur. West Europa viert haar economische hoogtij. Hij wordt verliefd op Nino, de Hongaarse illegale schoonmaakster van zijn ouders. Het liefdespaar krijgt een kind tot ongenoegen van de vader, Arend. Kort daarna krijgt Daniël’s moeder Marja te horen dat ze ernstig ziek is en tot ieders verbazing besluit ze euthanasie te laten plegen na slechts een zeer kort ziekbed. Wanneer Daniël het geld van de erfenis van zijn moeder gebruikt om piloot te worden, doet zijn vader een verwoede poging om dit plan te dwarsbomen.
De Leeuwenkuil is een gelaagde, semi-autobiografische roman over tegenstrijdige belangen binnen een familie en het verlangen van de hoofdpersoon om zijn lotsbestemming in eigen hand te nemen.