‘De verduisteraar van de middeleeuwen’ is een historische roman over keizer Otto III, waarin centraal staat hoe hij mogelijk eeuwen heeft verduisterd. Verdubbelingen van historische feiten, verzonnen keizers voor het verfraaien van stambomen, het ontbreken van archeologisch bewijs, schaarsheid aan bronnen en gebruikmakend van de menselijke neiging heiligen te vereren in plaats van te bekritiseren… Heeft dit er toe geleid dat de duistere middeleeuwen duister zijn omdat ze nooit hebben bestaan, maar zijn verzonnen? En heeft de zienswijze van de historische wetenschap ertoe geleid dat we dit onvoldoende aan de kaak durven stellen?