Eind 1948 werd de driejarige Elisabeth, door haar biologische ouders weggehaald bij haar geliefde Duitse grootouders. Net in Nederland, werd haar door buurvrouwen toegeschreeuwd: ‘Geen enkel Duits kind heeft recht op leven’. Als God haar niet wil laten ruilen met vermoorde Joodse kinderen, denkt ze dat ze van hem de oorzaken van de Holocaust moet gaan onderzoeken.