Description
Als zoon van een Indische KNIL-officier leidde Ronald op Java en de Molukken een comfortabel en avontuurlijk leven. Op het Molukse eiland Ceram joeg hij overdag in de jungle met zijn vader op wilde dieren en ‘s avonds woonde hij de tjakale, krijgsdansen van de oerwoudbewoners de Alifuren bij. Op jonge leeftijd kwam hij achter het geheim van de verdwijning van zijn Indische moeder en de mysterieuze dood van zijn onbekende Hollandse opa. Langzaam maar zeker werd Ronald onontkoombaar met de verschrikkingen van de Tweede Oorlog geconfronteerd. Als matroos vocht hij in de Pacific tegen de Japanse marine. Zijn vader werkte als krijgsgevangene jarenlang aan de dodenspoorweg in Birma. Andere familieleden belandden in een Japanse interneringskamp op Java of verdwenen van de aardboden. Na de Japanse capitulatie vocht hij tegen de Indonesische guerrillastrijders. In Batavia werd hij verliefd op het door de oorlog getraumatiseerde Joodse meisje Hannah.
Na de onafhankelijkheid van Indonesië vertrok Ronald met zijn echtgenote naar Nederland. Ronald’s echtgenote Hannah en zijn vriend en wapenbroeder Hans namen een verschrikkelijk besluit dat voorgoed het leven van Ronald zou beïnvloeden. Hij werd daarna verliefd op de voormalige verzetsleidster Mieke. Op oudere leeftijd nam hij afscheid van de zilverreiger die hij elke dag opzocht aan de oever van de Sloterplas in Amsterdam.
Jan Tomasowa leidde een avontuurlijk leven. Hij werd tijdens de Japanse bezetting van Indië op Java geboren. Zijn vader diende bij het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger en verbleef tijdens de Tweede Wereldoorlog ruim 3 jaar in een Japans krijgsgevangenkamp. In 1951 vertrok het gezin Tomasowa naar Nederland waar het terecht kwam in het Molukse kamp “De Biezen” in Barneveld, hier groeide Jan op. In Nederland werkte hij als fabrieks- en havenarbeider, opbouwwerker, post-HBO docent en directeur van 2 bedrijven.
Reviews
There are no reviews yet.