‘Stel dat de helft van alle miljarden die het Vaticaan eeuwenlang
in kerken, kunst en oorlogen heeft gestoken
waren besteed aan de wetenschap, hoe snel zouden de
ontwikkelingen dán gegaan zijn? Wellicht zouden we dan
in de zestiende eeuw al penicilline tegen de pest hebben
gehad. En in de zeventiende eeuw hygiëne, telefoon, centrale
verwarming en elektriciteit.’
Dit citaat uit ‘God is je vader niet’ raakt de kern van het
onderwerp: de waanzin van religies en het ongekende
perspectief voor de mensheid als wij ons eenmaal van
religies hebben bevrijd. Marnix Bieland stelt de zinloze
offers aan de kaak die miljarden gelovigen de afgelopen
tweeduizend jaar hebben gebracht aan georganiseerde
godsdiensten, het frustreren van wetenschappelijke ontdekkingen
en de achterstand die de mensheid daardoor
heeft opgelopen. Maar ook de blindheid voor het feit dat
god niet straft of beloont, dat gebeden niet verhoord worden
en dat juist religies de grootste oorlogswreedheden
veroorzaken. Er bestaat een schepper, maar de mens
wil maar niet accepteren dat het geen vaderfiguur is, dat
wreedheid en meedogenloosheid in de natuur vitale onderdelen
zijn van zijn schepping en dat de enige manier
om god werkelijk te leren kennen, het bestuderen van
zijn schepping is.
In een gedachtenexperiment beschrijft ‘God is je vader
niet’ de wereld zoals die eruit zou kunnen zien wanneer
in het jaar 2200 alle religies zouden zijn afgeschaft. De
bevrijding van de geest, de opbloei van talenten en de
vreugdevolle herwaardering van ons menselijke bestaan
zonder religieus geweld in een – ook dán nog –
harde wereld.