De Magie van het Tibetaans Boeddhisme vertelt het wonderlijke levensverhaal van Toet de Best, een recalcitrant en nieuwsgierig meisje uit het katholieke Limburg van de jaren veertig. Op haar negende heeft ze een bijna-doodervaring. Daarna borrelen er existentiële levensvragen op zoals: ‘Als er een hemel bestaat, wat doe ik daar dan? En hoe lang moet ik blijven?’ Haar zoektocht is begonnen. Veertig jaar later, na een turbulent leven, ontmoet ze Tibetaanse Lama’s en komt terecht in een wereld van diepgaande filosofische wijsheid en magische ervaringen. Eindelijk vindt ze antwoorden op haar vragen maar in contact met de boeddhistische leraren wordt ze ook geconfronteerd met haar persoonlijke demonen.