In Te vuur en andere verhalen verkent Liesje Schreuders met een scherp oog en licht ironische pen de verborgen verbanden tussen literatuur, cultuur en het alledaagse leven – van kaas tot dystopie. Haar columns, oorspronkelijk verschenen bij de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, laten zien hoe ogenschijnlijk kleine thema’s onverwacht grote werelden openen. Met verwijzingen naar Elsschot, Thomas Mann, Roald Dahl en andere groten, weet Schreuders haar lezers telkens opnieuw te verrassen.
Kaas marcheert altijd, meende Willem Elsschot in zijn gelijknamige roman. En dat terwijl G.K. Chesterton toch echt schreef dat het ‘mysterieus stil’ was in de literatuur over deze goudgele snack. Liesje Schreuders hangt meer naar Elsschot, en trommelt Shakespeare, Tolstoj en Joyce als getuigen op.
De rol van kaas in de literatuur is voor de hand liggend. Kaas wordt mooier, rijper, dieper – misschien zelfs wel diepzinniger – met de jaren. Je filosofeert ook lekker met een blokje kaas erbij. Kaas is het wapen tegen de vergankelijkheid, een van de weinige momenten waarop het verstrijken van de tijd in je voordeel werkt.
Leuk onderwerp dus, in de bundel Te vuur en andere verhalen van Liesje Schreuders. Het boek bevat haar gebundelde columns, nadat eerder al romans van haar hand verschenen zijn. De columns werden geschreven voor de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde.
Door dit openingsverhaal is de rol van kaas mij eigenlijk voor het eerst opgevallen. Er zijn nog wel meer leuke voorbeelden te vinden. La Vie et la Passion de Dodin-Bouffant, Gourmet uit 1924 van Marcel Rouff is een lofzang op de Franse gastronomie, waarbij kaas een belangrijke rol speelt. Of La Fromage van Viviane Moore uit 2001, een culinaire detective uitgegeven door Éditions du Masque. Een grappige titel is van de hand van Spencer Johnson: Who Moved My Cheese (1998), uitgegeven door G.P. Putnam’s Sons – ook hier is kaas een metafoor.
The Cheese Monkeys van Chip Kidd uit 2001, verschenen bij Scribner, geldt als een cultklassieker in design- en kunstkringen. De smaak van kaas is hier het bruggetje naar design en esthetiek. Schoonheid kent veel gezichten. Vooruit, nog een Duitser: Käsebier erobert den Kurfürstendamm van Gabriele Tergit, uit 1931, uitgegeven bij het bekende Rowohlt Verlag. Tergit legt het er ‘dubbel’ op: Käse is zowel de naam van de hoofdpersoon als een metafoor.
Soms moet de kaas genoegen nemen met een bijrolletje. Interessant is de manier waarop Thomas Mann dat deed in Der Zauberberg uit 1924. De kaasfondue is daar een decadent ritueel, een teken van de tijd. Kaas als kapitalistische metafoor. Ook Roald Dahl gaf kaas een leuke bijrol in een van zijn verhalen. Kinderen ruiken naar hondendrollen, was zijn devies – behalve als ze kaas eten.
Onze Elsschot was dus niet alleen toen hij zijn meesterwerk in 1933 schreef. Het valt me nu pas op dat hij dit deed in zo’n woelig jaar. Slechte tijden dienden zich aan, hier werkte de tijd niet in ons voordeel. Kaas roept emoties op, schreef Liesje Schreuders, en zo is het maar net. Door de vergankelijkheid van het product, met al zijn mooie en minder mooie aspecten, werkt het als de seizoenen en de vierjaargetijden. Kaas als het leven zelf.
Een bundel dus die aanzet tot nadenken en verder lezen. Liesje Schreuders heeft een bijzonder oog voor literatuur en de grote, bijna onzichtbare lijnen daarachter. Bij een recente lezing over de roman Het groene leven van Heleen van schrijver René van Rooij, plaatste zij dit dystopische boek – dat zij als ‘voortreffelijk’ noemde – in lijn met ander literair werk dat eveneens oog had voor de uitvergroting van de werkelijkheid, slimme voorspellingen en overpeinzingen richting de toekomst.
Te vuur en andere verhalen is een prima boek voor liefhebbers van literatuur die oog hebben voor de ‘cartografie’ achter het werk.
Perry Pierik
Te vuur en andere verhalen
Liesje Schreuders
ISBN: 97890980390505
138 pagina’s