Allemaal willen we het beste voor onze huisdieren.
Onze behaarde vriendjes mogen niets tekort komen.
We trekken ze jasjes aan en geven ze meer speeltjes
dan wij vroeger zelf als kind hadden. Met dieetvoer
proberen we hen zo lang mogelijk gezond te houden,
en als het noodlot toeslaat in de vorm van een griezelige
ziekte, aarzelen we niet om een fortuin aan specialistische
hulp uit te geven. Zelfs chemotherapie kan
worden ingezet. Blindelings vertrouwen we op het oordeel
en advies van de dierenarts.
Maar wat als die dierenarts op Dr. Grummel, de hoofdpersoon
van dit verhaal, lijkt? Een arts die zich als grote
dierenvriend profileert maar helemaal niet zo integer
blijkt als hij zijn klanten graag doet geloven. Een arts
die handig van onze dierenliefde gebruik maakt om
zijn eigen beurs te spekken.
In dit grappige maar ook verontrustende boek schetst
Hanna de Heus aan de hand van een groot aantal anekdotes
een op het eerste gezicht normale dierenartsenpraktijk,
die zich achter de schermen duidelijk op een
hellend vlak bevindt.
Is de dierenarts er voor onze huisdieren, of zijn onze
huisdieren er voor de dierenarts?