Een kloeke dichtbundel die verschijnt ter gelegenheid van het vijfenveertig jaar auteurschap van dichter, biograaf, prozaïst, essayist en vertaler Hans Dütting. In zijn gedichten sleept Dütting zijn lezers mee door poëtisch China en Japan, de Argentijnse wereld van de tango en door de oosterse filosofie. Zonder zweverig te worden gebruikt hij zen om poëzie te kunnen schrijven.
Te lui
Met het klimmen der jaren
voel ik mij te lui
om gedichten te schrijven.
Ik heb alleen nog maar de ouderdom
als echtgenote.
Een uitwendig leven heeft mij,
per vergissing,
aan de poëzie overgeleverd.
Een ander leven zou van mij
een schilder gemaakt hebben.
Deze stemming heeft me niet gedwongen
deze gewoonte te verwaarlozen.
De geboortenaam en de naam van het hart
zijn met elkaar verbonden,
dat is correct.
Maar de naam van mijn hart kent niemand.