De vraag naar het bestaan van een God is zo oud als de mensheid. Dat komt voort uit een diepliggend gevoel van de mens. Zijn hunkering naar bescherming, warmte en liefde. Die elementen zijn dan ook volop terug te vinden in het Godsbeeld dat het Christendom heeft geschapen. Tweeduizend jaar geleden alweer. En als we teruggaan tot Abraham dan is het zo’n vierduizend jaar. In de lange geschiedenis van de mensheid echter slechts een korte tijd. In de laatste honderd jaar van die periode is de mens een bewustwordingsproces ingegaan dat velen aan het denken heeft gezet. De gigantische stroom informatie door de moderne media over ons uitgestort, gevoegd bij de enorme verbreding van het onderwijs, heeft de twijfel aan het bestaan van een bovennatuurlijk almachtig wezen danig aangewakkerd. Wie slechts het woord God intikt bij Google, komt de eerste jaren niet uitgelezen. Juist die twijfel heeft de belangstelling voor het onderwerp “Bestaat God”gestimuleerd. Dat heeft de auteur van dit boekje geïnspireerd tot het schrijven van een filosofisch getinte beschouwing over het bestaan van God en over zijn zoeken naar een aanvaardbare invulling van dat begrip. Hij noemt zichzelf agnost, want we kunnen het gewoon niet weten. Hij ontkent het Godsbeeld dat door de bijbel wordt geschetst, maar blijft op zoek naar de antwoorden op de vragen naar het grote levensraadsel. Voor de gelovige Christen geen vraag en dus niet interessant. Voor de zoekende twijfelaar mogelijk nuttige denkstof. Al draait de auteur er niet omheen, het antwoord op de titelvraag blijft vaag. De bovennatuur is en blijft voor het kleine mensje in dit onmetelijke universum een gesloten boek is zijn conclusie.