Ze noemden het de “Koude Oorlog”. Het confl ict tussen Oost
en West, dat zich enkele jaren na de Tweede Wereldoorlog al
begon af te tekenen. Een oorlog die pas eindigde, toen bij de
val van de Berlijnse Muur bleek dat de Sovjet Unie niet met wapens,
maar economisch verslagen was. Een periode van meer
dan veertig jaar militaire dreiging, waarin voortdurend de angst
in de lucht hing dat er een atoomoorlog zou kunnen ontstaan
die de wereld zou terugvoeren naar het Stenen Tijdperk. Een tijd
waarin de militaire machten en de geheime diensten aan beide
zijden van het IJzeren Gordijn een spel speelden van zetten en
tegenzetten.
Maar ook de tijd van de beroemde en beruchte jaren zestig,
waarin de jeugd zich ontworstelde aan de periode die achter
haar lag en “the sky the limit” was.
In die tijd wordt de jonge Quinten de Zeeuw ingelijfd bij de
Koninklijke Landmacht om zijn militaire dienstplicht van achttien
maanden te vervullen. Een diensttijd die eerst ontspannen
lijkt te beginnen, maar zich voor hem al snel ontwikkelt tot een
nachtmerrie. Maanden waarin hij alles op alles moet zetten om
niet vermalen te worden tussen de machten van Oost en West.
Dit terwijl zich tevens een vreemd soort liefde ontwikkelt tussen
hem en Nelleke. Nelleke die niet kan kiezen tussen mannen en
vrouwen. Nelleke die hij ook nodig heeft om simpel in leven te
blijven.